top of page

Postoperatieve zorg

Na de operatie zult u wakker worden op ofwel de ontwaakafdeling (recovery) of de dienst intensieve zorgen. Dit is afhankelijk van de omvang van de ingreep. Afhankelijk daarvan zal ook beslist worden of de patiënt moet overnachten op de ontwaakeenheid of intensieve zorgen of dat de patiënt kan overgebracht worden naar de verpleegafdeling. Veelal kan de patiënt de dag zelf nog naar de kamer.

Gedurende de hospitalisatieperiode zal de behandelende chirurg u elke dag komen zien om uw toestand nauwgezet op te volgen. U zult verzorgd worden door een vast team van verpleegkundigen die werken op de dienst intensieve zorgen of op de verpleegeenheid abdominale chirurgie. Zij hebben de ervaring en expertise in deze gespecialiseerde zorg.

5D1A0643.jpg

Aan de hand van het klinisch pad (gebaseerd op wetenschappelijke evidentie) is uw zorg gericht op het meest vlotte herstel. Verpleegkundigen werkzaam op de verpleegeenheid zijn hierin bijgeschoold. Op volgende aspecten van de zorg zal men zich focussen gedurende uw opname:

  • Wondzorg en drains:

De verpleegkundigen zullen dagelijks het chirurgisch verband controleren en zo nodig de wonden verzorgen.

Indien tijdens de operatie een drain geplaatst werd, zal het drainagedebiet elke dag bijgehouden worden. Drains worden geplaatst om eventuele lekkage van gal te draineren. Doorgaans is het doel om de drain zo snel mogelijk postoperatief te verwijderen in overleg met de chirurg (uiteraard wanneer er geen lekkage is van gal). Voor uw vertrek uit het ziekenhuis zullen de wonden verzorgd worden.

  • Vitale parameters en bloedwaarden:

Om uw algemene toestand goed in de gaten te houden, zullen uw vitale parameters dagelijks op verschillende tijdstippen gecontroleerd worden. Ook zal bijna dagelijks een bloedafname gebeuren om infectieparameters en andere functietesten zoals deze van de lever en nieren na te gaan. 

  • Infuus en katheters:

Het infuus dat geplaatst werd in uw arm blijft ter plaatste tot u opnieuw normaal kan eten en drinken en de pijn onder controle is (zodat u pijnstilling via de mond kan innemen).​

Afhankelijk van de ingreep werd een pijnpomp (via epidurale katheter) geplaatst in de operatiezaal die u continue pijnstilling geeft, maar waarbij u zichzelf indien nodig een extra dosis pijnstilling kan geven door te drukken op een knop. U kan hierbij niet overdoseren. Afhankelijk van uw toestand zal de epidurale katheter zo snel mogelijk verwijderd worden en kan pijnstilling nog verder gegeven worden via het gewone infuus en later via de mond. Bijna altijd werd een blaassonde in het operatiekwartier geplaatst. Uw urineproductie zal postoperatief opgevolgd worden. Afhankelijk van het type ingreep (en dus klinisch pad) zal de blaassonde zo snel mogelijk verwijderd worden.

  • Voeding:

Dankzij het introduceren van het klinisch pad werd in samenspraak met de diëtisten een voedingsschema opgesteld volgens het type ingreep.

Na de operatie zal de voeding relatief snel opgebouwd worden. Bij een leveringreep mag u de eerste avond na de ingreep starten met het drinken van water als u voldoende wakker bent. Indien u niet misselijk bent, krijgt u eventueel een energiedrankje (Fortimel Extra / Resource). Vervolgens zal overgegaan worden op yoghurt/pudding. Vanaf de eerste dag na de operatie zal licht verteerbare voeding opgestart worden.​ Ervaring leert ons dat u meestal nog geen normale hoeveelheden kan innemen. Hierdoor en voor een sneller herstel (cfr. klinisch pad) krijgt u speciale energierijke voeding (Fortimel Extra/ Resource). Het is aangeraden om bij verminderde voedingsinname deze drankjes over enige tijd gespreid te drinken.

Bij pancreasingrepen wordt de voeding langzamer opgebouwd. De eerste dagen zal de patiënt vloeibare voeding krijgen om later over te schakelen naar vaste voeding.

==> Afhankelijk van het type ingreep en dus klinisch pad is het de norm om zo snel als mogelijk uw gewone voeding of thuisdieet te herstarten.

In sommige gevallen lukt het de patiënt niet onmiddellijk om voeding in te nemen doordat de maag na de operatie nog niet optimaal werkt. In dat geval wordt een centrale katheter (infuus) geplaatst waarlangs kunstmatige voeding (TPN: totale parenterale voeding) tot in de ader wordt toegediend. Bijhorend zal een neus-maagsonde geplaatst worden die het overtollig maagvocht laat afvloeien waardoor u minder misselijk zult zijn. De neus-maagsonde en centrale katheter blijven aanwezig tot de maag en darmen van de patiënt terug optimaal genoeg werken.

bottom of page